Hoe de instellingen voor webcontentcontrole gebruiken

 

Met de webcontentcontrole kunt u voorkomen dat andere computergebruikers toegang krijgen tot ongepaste inhoud (geweld, pornografisch materiaal, enz.) op internet. Dit wordt bereikt door filters toe te passen (filters voor kinderen, tieners, werknemers, enz.).

 

De computerbeheerder kan dus voor elke gebruiker een ander filter instellen. De computerbeheerder kan ook een lijst van websites opgeven die de gebruikers wel of niet kunnen benaderen ongeacht het filter dat reeds van toepassing was op die gebruikers.

 

U kunt de instellingen voor webcontentcontrole op twee manieren openen: via het hoofdvenster van het programma en via het programmapictogram in de Windows-taakbalk (naast de systeemklok).

 

Volg deze instructies om de webcontentcontrole in of uit te schakelen (zo kan de computerbeheerder de toegang tot bepaalde webpaginaÆs beperken):

  1. Selecteer in het hoofdvenster Status.

  2. Klik in de sectie Beveiliging op Instellingen.

  3. Selecteer de optie Webcontentcontrole aan de linkerkant van het venster en schakel het selectievakje van Schakel webcontentcontrole in.

Als de webcontentcontrole eenmaal is ingeschakeld, moeten gebruikers die internet willen gebruiken, zich eerst in het filter identificeren met hun gebruikersnaam en wachtwoord. De computer vraagt om deze gegevens wanneer de gebruiker een internetbrowser opent.